Ook dit jaar was er op 11 november de herdenkingsviering voor de gesneuvelden van beide wereldoorlogen, maar zeker ook voor alle slachtoffers van oorlogsgeweld en conflicten over heel de wereld. Hierbij denken we vooral aan de gebeurtenissen van de voorbije weken in Gaza, maar ook nog de blijvende oorlog in Oekraïne.
De koninklijke fanfare St. Cecilia verzorgde de muzikale omlijsting van de viering en kinderen van beide basisscholen van Kermt brachten de huldebloemen voor de oorlogsmonumenten tot vooraan aan het altaar. Ze hadden zoals ook vorige jaren in de klas geknutseld en vele “ poppy’s ” gemaakt, die ze aan elke aanwezige bij het begin van de viering aanboden. Ook aan het altaar hadden ze enkele van deze bloempjes bevestigd.
Pastoor Gerard en gebedsleider Kris gingen voor in deze viering. Pastoor Gerard had het in zijn inleiding over de Vrede die we nooit helemaal in eigen handen hebben. Het hangt ook af van de ander, en van de bereidheid om eigen gelijk los te laten en open te komen voor wat er op ons toekomt. Ten diepste is vrede een geschenk dat we ontvangen, van de ander, van God.
Schuldbelijdenis, voorbeden en een bezinning na de communie werden door de leerlingen van de scholen gebeden. Juf Nathalie van basisschool ’t Kabaske las voor over “Het land van vrede”. Hierin werd verteld over de koning die twee dienaren uitstuurde om te controleren over er nog vrede is in zijn land. De eerste kwam terug en zei dat het land van de koning een land van “vrede” was. Hij kreeg hiervoor een standbeeld, maar werd nadien vergeten.
Maar de tweede kwam niet dadelijk terug en de koning dacht dat hij dood was. Later echter keerde ook hij terug en zijn boodschap klonk geheel anders:
Sire, uw andere dienaar heeft gekeken of er nergens oorlog was, maar ik ben rondgegaan om te zien of er vrede was. En vrede heb ik nergens gevonden.
Ik heb gesproken met zieken en bedelaars, met arme boeren, met weduwen en wezen.
Ik moet je zeggen: de vrede moet nog gemaakt worden.
Daarom, Sire, ben ik zo laat.
Pastoor Gerard had het ook nog in zijn homilie over de vrede die onontbeerlijk is voor een veilige en vrije toekomst voor de jeugd. Zij moeten zich niet laten ontmoedigen door doemdenkers en pessimisten, maar blijven geloven in en samen werken aan een toekomst met vrede voor ons allen.
Het Onze Vader, het gebed van verbondenheid door Jezus ons aangeleerd, werd rond het altaar gebeden, maar ook de mensen in de kerk werd gevraagd die verbondenheid te tonen door een eenvoudig handgebaar.
Na de viering sprak schepen Derya Erdogan in naam van het gemeentebestuur van de stad Hasselt nog tot alle aanwezigen. Ze wees erop dat het zeker een plicht is voor ons allen de gruwel van de oorlogen en hun helden te herdenken. Zeker nu, sneller dan iemand ooit had kunnen denken, deze oorlogsgruwel in onze maatschappij is opgedoken. Hierbij zijn altijd de zwaksten en vooral onschuldigen het slachtoffer.
Meer nog dan verwoesting van gebouwen zijn het de onzichtbare littekens bij mensen en in de samenleving als geheel die hun sporen nalaten. Het is onze taak om voor iedereen, die rechtstreeks en onrechtstreeks door oorlog getroffen wordt, zorg te dragen.
Samen met alle aanwezigen ging de schepen nadien hulde brengen aan de monumenten van de oorlogsslachtoffers door het neerleggen van bloemen.
Omdat er dit jaar geen politiebegeleiding was, werd via een alternatieve route en begeleid door de fanfare in stoet ook het monument op de stedelijke begraafplaats De Willeman bezocht. Hier werd ook passend hulde gebracht aan de slachtoffers van oorlog en geweld.
Als afsluiter bood de stad, naar jaarlijkse gewoonte, een receptie aan in de weekkapel van de kerk van Kermt. De vele aanwezigen genoten van een drankje met of zonder de gekende Hasseltse hartverwarmer. De kinderen kregen van directrice Anita nog een lekker hapje in de vorm van een zakje chips.
Laten we de volgende jaren zeker dergelijke belangrijke momenten in ere houden dat we de gruwel van oorlogs- en ander geweld zeker niet vergeten.